Samen een buurtvisie maken

“Het werkt omdat je mensen serieus neemt”

Frans Werter over de totstandkoming van de buurtvisie Kanaalstraat/Damstraat

Met je buren en plaatselijke ondernemers tot een visie komen op hoe je buurt kan worden verbeterd? Zonder kaders van de gemeente, en toch omarmd door gemeenteraad en stadsbestuur? Het kan, bewijst de Buurtvisie Kanaalstraat/Damstraat die nu wordt uitgevoerd. Procesbegeleider Frans Werter licht het proces toe.

Frans Werter werkt al zijn hele leven aan participatieprocessen met bewoners, overheden en maatschappelijke organisaties. In binnen- en buitenland, van Pakistan en Ethiopië tot Schiedam en Tilburg. En ook in Utrecht, waar hij met Alex Sheerazi Buro de Steeg bestiert. Na het succesvol begeleiden van de herinrichting van de openbare ruimte in Zuilen, stelde de gemeente Frans in september 2016 voor een nieuwe uitdaging. Of hij als procesbegeleider kon helpen om bewoners en ondernemers uit de Kanaalstraat en Damstraat zelf een lange termijnvisie op hun buurt te laten maken?  

Urgentie
Vanwaar deze vraag? Frans: “Het schuurde stevig tussen de gemeente en bewoners en ondernemers in Lombok. Diverse ambtenaren beten hun tanden stuk op het dossier, zonder succes, en in de buurt bekeken ze de gemeente inmiddels met wantrouwen. ‘Wat wil je nou van ons?’ was de houding. Sociale veiligheid en verkeersveiligheid van met name fietsers waren grote problemen. In mei 2016 ondertekenden meer dan 2000 mensen een petitie om de veiligheid voor fietsers te verbeteren.

Ook onderling was het hommeles, tussen de nieuwe en oude inwoners van de straten en tussen bewoners en de plaatselijke ondernemers, en tussen oude en nieuwe ondernemers. Het stadsbestuur nam ad hoc maatregelen als dingen echt scheef liepen, maar tot een structureel plan voor het verbeteren van de Kanaal- en Damstraat kwam het maar niet.”

Wenkend perspectief
Wethouder Lot van Hooijdonk stond voor een aantal investeringen in de wijk (riolering, bomen, etc.) en wilde die gebruiken om tot structurele verbeteringen te komen, volgens Frans. “Binnen stadsbestuur en ambtelijke organisatie was de kwestie dus urgent, het was nu of nooit.” De wethouder vroeg Frans of hij ‘met de buurt’ tot een wenkend perspectief kon komen. Een lange termijnvisie waarin de buurt toekomstige maatregelen en investeringen op gebied van inrichting, regelgeving en samenwerking voorstelt.


“Kaders waren er niet”, vertelt Frans. “Het stadsbestuur gaf die expres niet mee, om het proces niet in de weg te zitten. Het ging erom te kijken of met al die verschillende groepen, met heel verschillende ideeën over de buurt, samen een gezamenlijke visie mogelijk zou zijn. Financiële kaders bijvoorbeeld zouden zeer voorbarig geweest zijn. Het was tenslotte onduidelijk of er überhaupt een gezamenlijke buurtvisie zou komen.
Van Hooijdonk nam daarmee een risico, maar nogmaals: er moest iets gebeuren, ook om de maatschappelijke onrust rondom de straten te temperen.” Urgentie was dus de eerste en belangrijkste reden voor het laten maken van een buurtvisie.

Intensief en kort
Er stond een jaar voor het proces. “Het is belangrijk dat je vooraf een tijdsbestek afspreekt en dat vastklikt, anders kun je jaren blijven praten”, aldus Frans. Ook omdat je nogal wat vraagt van de deelnemers: “Het was behoorlijk intensief. Dat jaar was verdeeld in drie buurtbrede en tien werkgroepbijeenkomsten met elk een thema, zoals veiligheid en overlast, ondernemen en wonen, inrichting en verkeersstructuur.” Om het energieniveau van de groepen op peil te houden, moet zo’n proces niet te lang duren, verduidelijkt Frans. “Eigenlijk vroegen we met een extra maand net teveel van de deelnemers. Dus: Houd het kort!”

Wat had prioriteit? Frans: “De volgorde van de thema’s werd bepaald door de gevoelde urgentie in de buurt. Zo wilde de buurt eerst over actuele problemen rond veiligheid en overlast praten. Daarnaast zijn er op verzoek van de deelnemers allerlei aanvullende activiteiten georganiseerd, gericht om specifieke groepen te bereiken.”

Inclusief? Natuurlijk
En dan de deelnemers. Die bestonden uit een werk- en een procesgroep. In de werkgroep zaten bijna dertig verschillende bewoners en ondernemers uit de buurt en in de procesgroep twaalf, plus een ambtenaar, onder leiding van een onafhankelijk voorzitter (iemand anders dan Frans). Frans: “We scheidden bewust het proces en de inhoud. In de procesgroep bespraken we de opzet van het proces en de bijeenkomsten. Inhoudelijke discussies zijn niet in de procesgroep, maar in de werkgroep gevoerd.”

De mensen in de procesgroep bewaakten de verbinding met de wijk. Zij vertegenwoordigden (zonder last of ruggenspraak) de verschillende groepen in de buurt als ondernemers, typen bewoners en jongeren of hadden contact met groepen die niet in de procesgroep zaten. Frans: “De procesgroep constateerde bijvoorbeeld dat bepaalde groepen niet (voldoende) vertegenwoordigd waren. Daarop besloot zij dat er aanvullende activiteiten nodig waren. Zo zijn specifieke bijeenkomsten voor vrouwen met een Turkse en Marokkaanse achtergrond georganiseerd, interviews met ondernemers en straatinterviews met klanten gehouden. Een jongere uit de procesgroep hield ’s avonds op straat vraaggesprekken met jongeren. Al die informatie is gebruikt in de buurtvisie.”



Gekleurd
Dat de deelnemers zelf verantwoordelijk waren voor de ‘inclusiviteit’ van inbreng van alle belanghebbenden, had volgens Frans weinig bijsturing nodig. “Deelnemers zorgen zelf voor diversiteit en breedte. Zo liepen we twee middagen op straat klanten te interviewen, we spraken zo honderd man. Iedereen begreep heel goed dat de resultaten uit deze straatonderzoeken onder een vergrootglas liggen. Al gauw wordt gezegd dat als de buurt dit zelf onderzoekt, de informatie vast gekleurd is. Dus stapten de interviewers ook op mensen af die ze niet kenden.”
*Alle straatinterviews en verslagen van de bijeenkomsten zijn te lezen op de website van de gemeente

De procesgroep had een heel belangrijke rol om te zorgen dat het proces inclusief en transparant was en van voldoende kwaliteit. Daarom heeft de procesgroep, naast de inhoudelijke buurtvisie, aan het eind van het traject een procesbrief voor het college opgesteld waarin zij het proces toelicht, kanttekeningen maakt en aanbevelingen doet aan het gemeentebestuur. “Broodnodig, want het proces ligt al snel onder vuur als de inhoud van de visie niet bevalt”, licht Frans toe. “We wilden voorkomen dat bij besluitvorming de discussie alleen maar over het proces zou gaan en niet over de inhoud, waar het echt over moet gaan.”

Gedeeld belang
Om de belangen van de verschillende deelnemers van het begin af aan helder te krijgen en te onderzoeken of een buurtvisietraject haalbaar zou kunnen zijn, is Frans begonnen met een serie één op één-gesprekken. Tijdens de werkgroepbijeenkomsten werd door deelnemers steeds scherper gesteld dat een andere groep andere belangen had. Daarom zette Frans een gesprek over standpunten en belangen op de agenda.

“Belangen en standpunten lagen dichter bij elkaar dan iedereen in eerste instantie dacht”, lacht Frans. “Zo is parkeren een enorm issue. Maar juist daar vonden ondernemers en bewoners elkaar. Voor ondernemers is parkeren belangrijk, maar ook voor bewoners met een migratie-achtergrond, want familie moet op bezoek kunnen komen. Dat geldt net zo goed voor jonge stellen, al dan niet met kinderen. Parkeren bleek dus een gedeeld belang. Mogelijke oplossingen daarvoor tussen de groepen verschilden, maar daar kun je over praten.”

Welke rol hadden de ambtenaren in de groepen? “In de procesgroep had de vertegenwoordiger van gemeente een deelnemersrol, met evenveel invloed als bewoners en ondernemers. De gemeente is één partij in het proces”, volgens Frans. Hij nodigde voor de bijeenkomsten van de werkgroep iedere keer specifieke ambtenaren uit, als bepaalde technische of beleidskennis nodig was voor het onderwerp. “Het leuke is dat bewoners altijd integraal denken, in tegenstelling tot hoe de ambtelijke organisatie is ingedeeld. Het kon dus voorkomen dat voorstellen vanuit de buurt meerdere ambtelijke afdelingen aanging en daar moest de aangeschoven ambtenaar mee terug de organisatie in.”

Lijntjes
Als spil in het proces is onafhankelijkheid voor Frans erg belangrijk. “Als procesbegeleider probeer je tussen de partijen in te staan en voor continuïteit te zorgen.” In het “enorm intensieve” proces, stond voor hem het opbouwen en behouden van relaties en vertrouwen voorop. “Allereerst liet ik alle aanwezigen stoom afblazen. Het kon er stevig aan toe gaan.”


Daarbij moest hij ook de voorstellen uit de werkgroep toetsen aan beleid. “We wilden niet met een buurtvisie komen die niet realistisch is. Dus had ik een lijntje met het stadsbestuur en met de ambtenaren. Regelmatig praatte ik het college bij, want de bestuurlijke inbedding is heel belangrijk. En natuurlijk was er het derde lijntje met de gemeenteraad. De procesgroep heeft raadsleden van alle partijen uitgenodigd om eens door te praten over de buurtvisie. Raadsleden waren erg enthousiast over dit proces, en ze wilden ook snel in actie komen. Dat was fijn. Echter, ze moesten nu juist even niets doen en wachten tot de buurtvisie gereed en aangeboden was.”

Omarmd
Met resultaat: de buurtvisie is in oktober 2017 voorgelegd aan een brede groep uit de buurt, en daarna gepresenteerd aan wethouder Van Hooijdonk. De raad diende een motie in om budget voor het realiseren van de definitieve buurtvisie mogelijk te maken. Het stadsbestuur omarmde het document op één voorstel uit de buurt na en wil direct doorpakken met negen actiepunten. Frans: “Met korting het eerste uur parkeren in de garage aan de Kop van Lombok, een voorstel van de buurt, is iets waar het college zich niet in kan vinden. Daar wordt nu over door gepraat.”

Geen ingenieursproject
Hoe nu verder? “De uitvoering van de visie Kanaalstraat/Damstraat is opgenomen in het nieuwe coalitieakkoord. Dat betekent dat de gemeente doorgaat met de uitwerking van de visie naar een herinrichtingsvoorstel”, legt Frans uit. “Dus een graadje dieper, naar het niveau van concrete maatregelen. De gemeente vroeg me betrokken te blijven als procesbegeleider, want we moeten voorkomen dat de uitvoering een ingenieursproject wordt, en er alleen nog maar over techniek en bestekken wordt gepraat.
Als gemeente moet je slim gebruik blijven maken van het ontstane netwerk en de energie niet laten weglekken. De procesgroep heeft aangegeven betrokken te willen blijven bij de uitvoering om te zorgen dat de buurt ook in de volgende stappen invloed heeft. Een goede zaak, maar net wat minder intensief dan het afgelopen proces.”

Onafhankelijk begeleider
Best een prestatie, zo’n buurtvisie. Waarom is dit gelukt? “Omdat men in zo’n proces denkt: We gaan eruit komen met elkaar. Omdat je mensen serieus neemt en constant zoekt naar verbindingen.”
Ligt een deel van het succes ook bij het inschakelen van een onafhankelijk procesbegeleider, iemand van buiten de gemeente? Frans: “Het is niet altijd nodig hoor. Veel projecten van de gemeente zijn redelijk vergelijkbaar, bijvoorbeeld de herinrichting van een straat. In die gevallen kan een gemeentelijk projectleider uitstekend zelf een serieus participatieproces opzetten en uitvoeren.
Ook zijn er bewonersinitiatieven die prima gestuurd en gedragen kunnen worden door bewoners, al dan niet gesteund door opbouw- of wijkwerkers. Onafhankelijke procesbegeleiding is vooral op zijn plaats als er conflicten of sterke meningsverschillen liggen tussen verschillende belanghebbenden. In veel van die gevallen is ‘de gemeente’ één van die belanghebbenden. Dan kan je niet als gemeente doen alsof je zelf belangeloos een project trekt.”

Meer weten over dit proces? Kijk dan op de website van de gemeente

Een andere route die bewoners meer zeggenschap geeft op de inrichting van hun leefomgeving, wordt door organisatiepsycholoog Anke Siegers voorgesteld. Lees hier het interview Van participatie naar eigenaarschap

 

← terug naar homepage